Simpele voorwerpen als een paar schoenen, een vijzel of een vergeelde foto kunnen grote waarde krijgen, als je voor lange tijd of misschien zelfs wel voor altijd uit je eigen land vertrekt.
In de jaren ’50, ’60, ’70 en ’80 vluchtten honderdduizenden Oost-Europeanen om politieke redenen naar de andere kant van het IJzeren Gordijn. Met het neerhalen van de muur werd een nieuw tijdperk ingeluid: welvaart werd beloofd, en democratie. Tegenwoordig verlaten veel Oost-Europeanen niet meer als politieke vluchteling, maar als arbeidsmigrant hun land. Veel is veranderd, maar de motieven zijn vaak gelijk gebleven: het vooruitzicht op een beter leven.
De voorwerpen en verhalen waren eerder onderdeel van de pop-up tentoonstelling Exit/Entry, die onder andere te zien was in juni 2015 in Amsterdam.
Nooit rennen he
‘Nooit rennen hè, waarschuwde ik mijn zoontje iedere ochtend’ Ik nam Blonda mee
‘Ik huilde zeven maanden’ Eigenlijk voel ik me meer
‘Eigenlijk voel ik me meer Nederlander dan Bulgaar’ Ik zie mezelf niet als
‘Ik zie mezelf niet als een arbeidsmigrant’ Codewoord: 'Groetjes aan
Codewoord: ‘Groetjes aan Larry’ De schoenen die haar vader tijdens
De schoenen die haar vader tijdens hun vlucht droeg heeft ze al die jaren bewaard. Het was taboe om te praten
‘Het was taboe om te praten over mijn vermoorde familie’ Coca-Cola vond ik tegenvallen
‘Coca-Cola vond ik tegenvallen. Dat smaakte naar zeep’ Jij bent toch Pool, zou je
‘Jij bent toch Pool, zou je m’n huis willen schilderen?’