I’m So Angry in Hongarije

Wat Europeanen willen in 101 protestborden

Verslag

22-23 oktober

4 minuten Door Emmie Kollau

Terwijl enkele duizenden demonstranten zich op het Kossuthplein voor het Hongaarse Parlementsgebouw opmaken voor een protestactie tegen premier Victor Orbán, opent twee kilometer verderop het I'm So Angry (I Made a Sign) Pop-up Museum. Het is een bijzondere dag in Budapest, zestig jaar geleden brak hier de Hongaarse Revolutie uit. Een passend weekend om onze nieuwe expositie over protest en revolutie in Europa te openen. Honderden bezoekers lazen de persoonlijke verhalen; tientallen bespoten een spandoek tijdens een van de workshops en meer dan honderd mensen toonden hun boodschap aan de wereld via een protestbord in de speciale videobooth.

Het is 23 oktober 2016, een beladen dag in Budapest. Overal hangen vlaggen met een gat er in, het symbool van de Hongaarse Revolutie van 1956. Voor het majestueuze Parlementsgebouw aan de Donau is een enorm podium opgebouwd, hier op het Kossuthplein zal Victor Orbán zijn herdenkingstoespraak houden die live op tv wordt uitgezonden. Duizenden demonstranten gewapend met kleine fluitjes mengen zich tussen de aanhangers van de premier. Ze zullen uit alle macht op fluitjes blazen om hun ongenoegen te laten blijken over de autoritaire regeerstijl van de regering Orbán en de sluiting van de grootste oppositiekrant Népszabadság anderhalve week eerder.

Twee kilometer verder openen we op dat moment - en niet toevallig dit weekend - het I’m So Angry (I Made a Sign) Pop-up Museum. In samenwerking met cultureel centrum Szimpla sluiten we de straat af voor auto’s en bouwen in een paar uur tijd ons tijdelijk museum op. Met de expositie vertellen we de verhalen van gewone mensen die meededen aan die revoltes en revoluties die het gezicht van Europa voorgoed veranderden. In het museum zijn ook de voorwerpen te zien die de demonstranten gebruikten voor hun protest; simpele dingen als een vlag met een gat, een stuk prikkeldraad en een kaars groeiden uit tot symbolen van verzet. 

 

"Voor mijn ogen werd het standbeeld van Stalin neergehaald. 'Whoeeeeeee' klonk het uit duizenden kelen tegelijk. Het voelde als een vulkaanuitbarsting.", zo vertelt de inmiddels 90-jarige László Baranya in het museum over de Hongaarse Revolutie in 1956. Er zijn ook verhalen van deelnemers aan bijvoorbeeld de studentenbeweging van ’68-’69 in Nederland, de Praagse Lente, de Maandagprotesten in Leipzig ’89 en de bloedig verlopen revolutie tegen dictator Ceausescu in Roemenië. 

Lees de volledige verhalen hier

Het pop-up museum houdt niet alleen het verleden levend, maar onderzoekt ook wat Europeanen anno nu bezig houdt. We lijken allemaal zo boos, maar wat willen we eigenlijk? Onderdeel van de expositie is de videobooth, waarin mensen hun boodschap aan de wereld kunnen tonen. Aan lange picknicktafels midden op straat werden verschillende workshops 'spandoek schilderen' gehouden. De straat zou nog lang gehuld zijn in de lucht van spuitbussen.

Het Pop-up Museum zal in 2017 o.a. te zien zijn in het Occupations Museum in Tallinn, Estland (23 feb-23 april 2017), in Roemenië (juni 2017) en Amsterdam (maart 2018).
Meer info hier.

 

Share this